Wat als er een vermoeden is dat een werknemer het Coronavirus heeft (maar dit niet is vastgesteld)?
(Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenbesluit, instructierecht art. 7:660 BW, niet verrichten arbeid in risicosfeer werkgever art. 7:628 BW)
Indien er sprake is van het vermoeden van het Coronavirus, mag de werkgever de werknemer verzoeken thuis te blijven of naar huis te gaan. Dat kan zijn omdat de werknemer bijvoorbeeld aangeeft op bepaalde plaatsen te zijn geweest of dat hij/zij met bepaalde personen in contact is geweest. Ook kan het zijn dat de werknemer bepaalde ziekteverschijnselen heeft (koorts, verkouden, hoesten). Onder normale omstandigheden is het niet gebruikelijk in deze situaties een werknemer thuis te laten zijn, maar onder de huidige omstandigheden is dat wel mogelijk ter bescherming van andere werknemers, klanten e.d. Wanneer de werknemer niet ziek is, maar enkel op verzoek van de werkgever thuis moet blijven, dient het volledige loon te worden doorbetaald.
Een werknemer mag -wanneer hij/zij niet ziek is‐ niet zomaar zelf besluiten om thuis te blijven. Dat is slechts anders wanneer er een goede grond is om aan te nemen dat er mogelijk sprake is van het Corona virus. Wanneer de werknemer deze goede grond onderbouwt, kan de werkgever niet anders dan vanwege dezelfde motivatie als hierboven, de werknemer te verzoeken thuis te blijven. De werknemer kan dan eventueel wel thuiswerken of thuis vervangende werkzaamheden verrichten.